escarmouche
Frans
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- van Oudfrans escarmuche (ca. 1360), modern escarmouche, gevormd op basis van een contaminatie van escremie "gevecht" en muchier "verbergen" danwel ontleend aan Italiaans scaramuccia [1]
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
escarmouche | l'escarmouche | escarmouches | les escarmouches |
Zelfstandig naamwoord
escarmouche v
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron escarmouche in: Dictionnaire de l’Académie française, 9e édition op dictionnaire-academie.fr