epipaleolithicum

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  epipaleolithicum    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈepipalejoˌlitikʏm/

Woordafbreking

• epi·pa·leo·li·thi·cum

Woordherkomst en -opbouw

• van Frans épipaléolithique, als aanduiding voor het tijdperk in 1910 voorgesteld door de Zweedse archeoloog K. Stjerna; afleiding van paleolithicum met het voorvoegsel epi-

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	epipaleolithicum	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het epipaleolithicum o

1. (archeologie) periode in de steentijd, waarin de overgang naar landbouw en veeteelt plaatsvindt

   • Deze hangers worden gewoonlijk in het epipaleolithicum of mesolithicum geplaatst. 

Schrijfwijzen

• Vóór 2006 was de spelling Epipaleolithicum. In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.
• Vóór 1955 was de spelling Epipalaeolithicum.

Opmerkingen

• Er zijn ook archeologen die geen afzonderlijke periode tussen paleolithicum en neolithicum onderscheiden of met 'epipaleolithicum' vooral de continuïteit met het eerstgenoemde tijdperk benadrukken; anderen geven vooral binnen Europa de voorkeur aan de naam 'mesolithicum'

Synoniemen

• mesolithicum

Hyperoniemen

• steentijd of stenen tijdperk
• preneolithicum

Verwante begrippen

• neolithicum

Vertalingen

    1. periode in de steentijd, waarin de overgang naar landbouw en veeteelt plaatsvindt   

Duits: Epipaläolithikum (de), o Engels: Epipaleolithic (en), Epipalaeolithic (en)

Frans: Epipaléolithique (fr) m Spaans: Epipaleolítico (es) m

Gangbaarheid

• Het woord 'epipaleolithicum' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.