eoarcheïcum
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: eoarcheïcum (hulp, bestand)
- IPA: /ˌejoʔɑrˈxeikʏm/
Woordafbreking
- eo·ar·cheï·cum, eo·ar·che·icum
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellend afgeleid van Oudgrieks ἠώς (éos) "dageraad" en αρχαιος (archaios) "oeroud, oud" met het achtervoegsel -icum, dus: "dageraad van het oude tijdperk"
- In veel afleidingen van αρχαιος (archaios) wordt de Griekse tweeklank αι (ai) gelatiniseerd tot ae in "archaeo-" en in het Nederlands wordt dit in de regel weer verkort tot e in "archeo-" als in "archeoloog". Omdat in "archaïcum" de i bewaard is, is dit echter hier niet aan de orde. Daarom is "eoarcheïcum" een minder juiste (pleonastische) afleiding. De Woordenlijst vermeldt alleen de vorm "archaïcum".
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eoarcheïcum | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het eoarcheïcum o
- (geologie) geologisch tijdperk, eerste era van het archaïcum, van 4 tot 3,6 miljard jaar geleden
Schrijfwijzen
- Vóór 2006 was de spelling Eoarcheïcum. In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'eoarcheïcum' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.