englekor

Uit WikiWoordenboek

Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • eng·le·kor
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van het Deense zelfstandige naamwoord kor met het voorvoegsel engle-
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   englekor     englekoret     englekor     englekorene  
genitief   englekors     englekorets     englekors     englekorenes  

Zelfstandig naamwoord

englekor, o

  1. engelenkoor

Zelfstandig naamwoord

englekor, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van englekor

Verwijzingen


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • eng·le·kor
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van het Noorse zelfstandige naamwoord kor met het voorvoegsel engle-
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   englekor     englekoret     englekor     englekora
englekorene  
genitief   englekors     englekorets     englekors     englekoras
englekorenes  

Zelfstandig naamwoord

englekor, o

  1. engelenkoor

Zelfstandig naamwoord

englekor, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van englekor


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • eng·le·kor
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van het Nynorske zelfstandige naamwoord kor met het voorvoegsel engle-
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   englekor     englekoret     englekor     englekora  

Zelfstandig naamwoord

englekor, o

  1. engelenkoor

Zelfstandig naamwoord

englekor, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van englekor