elasticiteit
Uiterlijk
- elas·ti·ci·teit
- Van het Latijnse 'elasticus' met het achtervoegsel -iteit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | elasticiteit | elasticiteiten |
verkleinwoord |
de elasticiteit v
- (materiaalkunde) De bekwaamheid van een materiaal om terug te keren naar de originele staat na vervorming
- (economie) de mate waarin een grootheid als de vraag of het aanbod varieert bij verandering van de prijs of een andere grootheid
1.
- Het woord elasticiteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "elasticiteit" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -iteit in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Materiaalkunde in het Nederlands
- Economie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 95 %