eglantier

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Rosa rubiginosa
Uitspraak
Woordafbreking
  • eg·lan·tier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eglantier eglantieren
eglantiers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de eglantierm

  1. (plantkunde) roosachtige heester met korte en ongelijke stekels, Rosa rubiginosa op Wikispecies
     Maar vooral heb je uitleg nodig wegens de evolutie van de cultuur; daarom maakte het Rijksmuseum een tentoonstelling over symboliek in zeventiende-eeuwse schilderijen. Wat betekenden die lindeboom, die eglantier?[1]
     Even nog klonk de slag der rappe hoeven over de stenen van een kleine dorpsstraat, een brug, maar daarna stoof de mulle grond onder hen uit tussen de wilde eglantieren, tot waar het woud begon.[2]
Schrijfwijzen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 29 augustus 2021 Weblink bron
    Vincent Icke
    “Professor Karels vak” (25 november 2000) op nrc.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 29 augustus 2021 Weblink bron
    Robert Franquinet
    “Marat, de marskramer.” (1952), Hofboekerij, Heemstede / Hasselt, p. 208 op nrc.nl op Wikipedia