eendagstoerisme
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- een·dags·toe·ris·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eendagstoerisme | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
eendagstoerisme o
- toerisme dat zich tot slechts één dag beperkt
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord eendagstoerisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.