editor
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- edi·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | editor | editors |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
editor m
- (beroep) iemand die teksten beeld- en/of geluidsmateriaal bewerkt en opmaakt
- (informatica) computerprogramma waarmee tekst of broncode kan worden vastgelegd en bewerkt met of zonder opmaakfuncties
Hyponiemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord editor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "editor" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -or in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Informatica in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 94 %
- Prevalentie Vlaanderen 95 %