duplexwoning
![](http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/e/ec/ASBH_Sys3_5665.jpg/200px-ASBH_Sys3_5665.jpg)
- du·plex·wo·ning
- samenstelling van duplex bn en woning zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | duplexwoning | duplexwoningen |
verkleinwoord | - | - |
- (bouwkunde) kleine eengezinswoning, gebouwd in tijden van woningnood na de Tweede Wereldoorlog, bedoeld om later, samen met een soortgelijke woning één grote woning te vormen
- Wij woonden in een duplexwoning.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord duplexwoning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.