drachtig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- drach·tig
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘zwanger’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1]
- afgeleid van dracht met het achtervoegsel -ig [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | drachtig | drachtiger | drachtigst |
verbogen | drachtige | drachtigere | drachtigste |
partitief | drachtigs | drachtigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
drachtig
- (van dieren) zwanger
- Het drachtige paard zal binnenkort haar veulen krijgen.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord drachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "drachtig" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "drachtig" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ drachtig op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ig in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %