draait om
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- draait om
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omdraaien |
draait (…) om
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omdraaien
- Jij draait om.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omdraaien
- Hij draait om.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van omdraaien
- Draait om!
- ▸ Tijdens Johnsons termijn als premier stapelden de schandalen zich langzaam op. Het merendeel vond plaats in de categorie 'partygate'. Die zaak draait om verboden feestjes op het kantoor van Johnson tijdens coronalockdowns.[1]
Gangbaarheid
- Het woord draait om staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Britse premier Johnson stapt op, maar blijft zitten tot opvolger bekend is” (onderdag 07 juli 2022), NU.nl