draagvlak
Uiterlijk
- draag·vlak
- samenstelling van draag ww en vlak zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | draagvlak | draagvlakken |
verkleinwoord | draagvlakje | draagvlakjes |
het draagvlak o
- een vlak waarop een last gedragen wordt
- Hij stond midden op het draagvlak.
- (luchtvaart) een vleugel van een vliegtuig
- Het draagvlak was afgebroken.
- (figuurlijk) steun voor bepaald beleid
- Er was geen groot maatschappelijk draagvlak voor het bouwen van een windmolenpark in het natuurgebied, de bevolking van de streek is voor het gemeentehuis gaan protesteren.
- De directeur werkte aan draagvlak voor het veranderen van de pensioenregeling maar het personeel dreigde met staking.
1. een vlak waarop een last gedragen wordt
2. een vleugel van een vliegtuig
- Het woord draagvlak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "draagvlak" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Luchtvaart in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %