Naar inhoud springen

dorsaal

Uit WikiWoordenboek
  • dor·saal
  • afgeleid van het Latijnse dorsum (rug) met het achtervoegsel -aal
enkelvoud meervoud
naamwoord dorsaal dorsalen
verkleinwoord - -

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

dorsaal

  1. (taalkunde) met de rug van de tong gevormde spraakklank
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen dorsaaldorsalerdorsaalst
verbogen dorsaledorsaleredorsaalste
partitief dorsaalsdorsalers-

dorsaal

  1. (medisch) aan de rugzijde
  2. (taalkunde) met de rug van de tong gevormd
63 %van de Nederlanders;
74 %van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be