Naar inhoud springen

doorzetten

Uit WikiWoordenboek
  • door·zet·ten

doorzetten

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
doorzetten
zette door
doorgezet
zwak -t volledig
  1. volhouden, niet ophouden
    • Ondanks het slechte weer zette de fietser de zware tocht door. 
    • Omdat de dooi doorzette, is de Elfstedentocht afgelast. 
     "VU, hef niet je aardwetenschappen-afdeling op!", schrijft hoofdgeoloog van de Geologische Dienst Nederland, Michiel van der Meulen van TNO, in een oproep op LinkedIn. "Als ze dit besluit doorzetten, keren ze hun rug naar de samenleving en de toekomst", gaat hij verder. "Of het nou voor een beter milieu is, meer welvaart of grotere autonomie - voor Nederland, Europa of de wereld: aardwetenschappers leveren een essentiële bijdrage."[1]
  2. erger worden
    • Ik dacht ziek te worden, maar het zette gelukkig niet door. 
vervoeging van
doorzetten

doorzetten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van doorzetten
    • ...dat wij doorzetten. 
    • ...dat jullie doorzetten. 
    • ...dat zij doorzetten. 
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]
  1. Bronlink geraadpleegd op 6 mei 2025 Weblink bron
    Sven Schaap
    “Werkveld luidt noodklok op actiedag tegen verdwijnen aardwetenschappen VU” (6 mei 2025), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be