doodschieten
Uiterlijk
- Geluid: doodschieten (hulp, bestand)
- IPA: /ˈdotsxitə(n)/
- dood·schie·ten
- samenstelling van dood en schieten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
doodschieten |
schoot dood |
doodgeschoten |
klasse 2 | volledig |
doodschieten
- overgankelijk doden met een schiettuig m.n. door een vuurwapen
- Hij werd doodgeschoten bij een ontsnappingspoging.
- Hij schoot de olifant dood.
- ▸ Abe werd doodgeschoten toen hij vrijdag in de stad Nara kiezers toesprak namens regeringspartij LDP, in de aanloop naar de senaatsverkiezingen van zondag. Yamagami heeft bekend en volgens Kyodo ook toegegeven dat hij meerdere plekken had bezocht waar Abe verkiezingstoespraken hield.[1]
1. doden met een schiettuig
- Het woord doodschieten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "doodschieten" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Weblink bron “Verdachte van moord op oud-premier Abe had eerst ander doelwit” (09 juli 2022), NU.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 2 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %