dicteecircus

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dic·tee·cir·cus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dicteecircus (dicteecircussen)
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het dicteecircuso

  1. (spottend) evenement waarbij mensen met elkaar wedijveren om een voorgelezen tekst op te schrijven met zo min mogelijk spelfouten
     U staat met uw herkenbare hoed op boten in Amsterdam en vanavond moet u al weer aantreden als voorzitter van de jury bij het nationale dicteecircus.[1]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 november 2023 Weblink bron Gearchiveerde versie
    Monique Schoutsen
    “Festina Lente : Beste minister Plasterk” (17 december 2008) op theeheeftzoveelcharme.blogspot.com