diapason
Uiterlijk
- di·a·pa·son
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | diapason | diapasons |
verkleinwoord | diapasonnetje | diapasonnetjes |
de diapason m
- (muziek) stemvork
- (muziek) algemeen aangenomen toonhoogte van de 'a' bij het stemmen van muziekinstrumenten
- Het woord diapason staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "diapason" herkend door:
11 % | van de Nederlanders; |
22 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ diapason op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /dʌɪə'peɪzən/
enkelvoud | meervoud |
---|---|
diapason | diapasons |
diapason
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel dia- in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Muziek in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 11 %
- Prevalentie Vlaanderen 22 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 8
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Engels