delirium
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·li·ri·um
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘waanzinnigheid’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1660 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | delirium | deliria, deliriums |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het delirium o
- (medisch) waanzinnigheid, acuut psychische stoornis ten gevolge van lichamelijke aandoening, vergiftiging of onthouding van middelen
Vertalingen
1. waanzinnigheid, acuut psychische stoornis ten gevolge van lichamelijke aandoening, vergiftiging of onthouding van middelen
Gangbaarheid
- Het woord delirium staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "delirium" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.