deelnemerschap
Uiterlijk
- deel·ne·mer·schap
- naamwoord van handeling van deelnemer met het achtervoegsel -schap
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | deelnemerschap | |
verkleinwoord |
het deelnemerschap o
- het iets of iemand zijn die ergens aan meedoet; het iets of iemand zijn die ergens lid van is
- ▸ Het bedrijf vraagt een vergoeding voor de aanmelding om op die manier mensen te weren die niet serieus zijn over hun deelnemerschap. Mars One hoopt hiermee miljoenen op te halen.[1]
- ▸ Een deelnemerschap brengt naast een forse tijdsinvestering en veel energie ook harde kosten met zich mee. Die liggen tussen de 5000 en 40.000 euro per jaar, afhankelijk van het aantal fabrikanten waarmee wordt gewerkt en de behaalde omzet.[2]
- ▸ De aansluiting bij de EA past volgens de omroep in het in 1999 gekozen beleid om intensiever te gaan samenwerken met kerken, gemeenten en organisaties die tot de achterban behoren. Beide organisaties gaan nog overleggen over de concrete invulling van het deelnemerschap van de EO.[3]
- Het woord deelnemerschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Martine Steenvoort“Procedure aanmelding 'enkeltje Mars' start in juli” (16-04-2013), Tubantia
- ↑ Weblink bron Henk de Boer“Op weg naar kleren zonder luchtje” (23 mei 2002), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron “EO sluit zich aan bij Evangelische Alliantie” (27 september 2002), Reformatorisch Dagblad