deelnemer

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  deelnemer    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈdeelnemər / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• deel·ne·mer

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van deelnemen met het achtervoegsel -er

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	deelnemer	deelnemers
verkleinwoord	deelnemertje	deelnemertjes

Zelfstandig naamwoord

de deelnemer m

1. iemand die meedoet aan een wedstrijd of ander evenement

   • Alle deelnemers wisten de eindstreep te halen. 

Hyponiemen

• verkeersdeelnemer

Afgeleide begrippen

• deelnemersveld

Vertalingen

    1. iemand die meedoet aan een wedstrijd of ander evenement   

Deens: deltager (da) g Duits: Teilnehmer (de) m Engels: participant (en) Frans: participant (fr) m

Noors: deltager (no) m, deltaker (no) m Nynorsk: deltakar (no) m Sloveens: udeleženec (sl) Spaans: participante (es) m

Gangbaarheid

• Het woord deelnemer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "deelnemer" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.