Naar inhoud springen

deelgroep

Uit WikiWoordenboek
  • deel·groep
enkelvoud meervoud
naamwoord deelgroep deelgroepen
verkleinwoord deelgroepje deelgroepjes

de deelgroepv / m

  1. een groep die deel uitmaakt van een grotere groep
    • Het globale slaagpercentage is een samengeteld getal dat enorme verschillen tussen de deelgroepen verbergt, merkt prof. Himpens op. Bij de normstudenten bedroeg het slaagcijfer 22,2 procent, bij de vijfdejaars van het middelbaar onderwijs is dat nog maar 0,6 procent. Van de 522 deelnemende vijfdejaars slaagden in augustus slechts 3 deelnemers. Hun examen is overigens ongeldig, omdat een diploma secundair onderwijs vereist is. Voorts slaagden veertien van de veertig Nederlanders (35 procent). [1] 
    • Hij is van mening dat de politiek zich in deze campagne sterk op groepen heeft gericht: ouderen, autochtonen, migranten. ‘Net de partijen die zich richten op brede groepen krijgen hun boodschap lastig over het voetlicht. Dat maakt het in de komende regeringsonderhandelingen heel moeilijk het gedeelde belang te vinden. De kans op teleurstelling over niet waar te maken beloftes aan al die deelgroepen zal opnieuw groot zijn, zegt hij. [2] 
    • Beide mannen probeerden ook belangrijke deelgroepen te trekken. Zo waarschuwde Obama vrouwelijke kiezers er voor dat ze onder Romney straks voor de pil en andere typische vrouwenzaken moeten betalen. [3] 
90 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[4]
  1. De Standaard 01/09/2014 rdc 17,5 procent geslaagden voor tweede toelatingsexamen arts en tandarts
  2. De Standaard WOENSDAG 15 MAART 2017 NEDERLAND KIEST
  3. De Telegraaf KIM KLONIA, DE 08 nov. 2012 'Barack Obama meest overtuigend'
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be