dahlia
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
- dah·lia
Woordherkomst en -opbouw
- eponiem: in modern Latijn afgeleid van de naam van de Zweedse botanicus met het achtervoegsel -ia , in de betekenis van ‘sierplant’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1846 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dahlia | dahlia's |
verkleinwoord | dahliaatje | dahliaatjes |
Zelfstandig naamwoord
- een plantengeslacht uit de composietenfamilie, dat een tiental soorten omvat die wild voorkomen in Mexico als cultivar zijn er duizenden variëteiten
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord dahlia staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "dahlia" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.