Naar inhoud springen

daaruit

Uit WikiWoordenboek
  • daar·uit
  vnw. bijw.
  voorzetselbijwoord     uit  
 persoonlijk     eruit  
aanwijz.  nabij     hieruit  
  veraf     daaruit  
  vragend/betrekk.     waaruit  

(scheidbaar)
daaruit

  1. uit dat, uit deze
    • Daaruit wordt goud gewonnen. 
    • Daar wordt goud uit gewonnen. 
    • Daaruit trok hij de conclusie dat hij nooit meer gezond zou worden. 
     Ik zei tegen Georgia dat haar broer in diepe slaap was en dat we niet wisten wanneer hij daaruit zou komen.[1]
     Mocht deze regeling u schikken, bericht u me dan per kerende post of u op het aanbod ingaat en dan zullen we van daaruit verder kijken.[2]
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[3]
  1. Tatiana Rosnay
    “Kwetsbaar” (2010), Artemis & co, ISBN 9789047201625
  2. Jessie Burton vert. Marja Borg
    “De muze” (2017), Luitingh-Sijthoff op Wikipedia, ISBN 9789024574704
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be