cultuurfestival

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  cultuurfestival    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• cul·tuur·fes·ti·val

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  cultuur zn  en  festival zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	cultuurfestival	cultuurfestivals
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het cultuurfestival o

1. (maatschappij), (cultuur) (meestal feestelijke) bijeenkomst waarin allerlei culturele uitingen centraal staan

   ▸ Het hoogstandje boven de Tiber was onderdeel van de BiennaleMArteLive, een jaarlijks kunst- en cultuurfestival in de Italiaanse hoofdstad. Loreni heeft al meer van dit soort stunts op zijn naam staan in Italië, Zwitserland en Servië.

   ▸ Job Janssen (1982) woont sinds 2011 in Berlijn en werkt daar nu voor de SPD. Hij is ook projectleider van KinderKulturMonat Berlin, een jaarlijks cultuurfestival voor kinderen.

Gangbaarheid

• Het woord cultuurfestival staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.