cultuurcomplex

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cul·tuur·com·plex
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cultuurcomplex cultuurcomplexen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het cultuurcomplexo

  1. (kunst) gebouw waarin meerdere culturele instellingen zijn gevestigd
     In Den Haag worden drie beeldbepalende gebouwen gesloopt om plaats te maken voor een nieuw cultuurcomplex. Dat heeft de gemeente bekendgemaakt.[1]
     Over de twee hete hangijzers bij de besprekingen, de financiering van het cultuurcomplex Broederenklooster en de hervorming van de bestuurscultuur, is inmiddels overeenstemming bereikt.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 11 april 2023 Weblink bron “Den Haag sloopt Lucent Danstheater en Philipszaal” (Woensdag 15 juli 2015, 18:24), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 11 april 2023 Weblink bron “Zutphen laatste bij collegevorming” (Maandag 16 juni 2014, 18:51), NOS