crisishaard

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cri·sis·haard
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord crisishaard crisishaarden
verkleinwoord crisishaardje crisishaardjes

Zelfstandig naamwoord

de crisishaardm

  1. gebied waar onlusten zijn of een oorlog woedt
     Daarbij liggen de nieuwe EU-leden Cyprus en Malta op een steenworp van de crisishaarden.[1]
     Elke groep zal 1500 militairen tellen en moet binnen vijf dagen na het ontstaan van een crisis kunnen uitrukken. Na maximaal vier maanden vertrekt het minileger uit de crisishaard om plaats te maken voor een gewone vredesmacht.[2]
  2. gebied waar veel problemen zijn
     ,,Voor het eerst in de zes jaar dat ik hier kom, gaat het in alle regio's van de wereld best aardig. Europa deelt in dat optimisme en wordt nu niet meer als een van de probleemregio's gezien, echte crisishaarden zijn er nu eigenlijk niet.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Piramidespel” (18/02/2011), HP de Tijd
  2. Bronlink Weblink bron “„Europa moet militaire vuist maken”” (16-09-2004), Reformatorisch Dagblad
  3. Bronlink Weblink bron “Knot: nog altijd ruimte voor hogere lonen” (21 apr. 2017), De Telegraaf