convict
Uiterlijk
- con·vict
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | convict | convicten |
verkleinwoord | convictje | convictjes |
het convict o
- (religie) woongemeenschap voor katholieke priesterstudenten zonder binding aan kloosterregels
- Het woord 'convict' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.