continuüm
Uiterlijk
- con·ti·nu·um
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | continuüm | continua continuüms |
verkleinwoord | - | - |
het continuüm o
- (natuurkunde) doorlopend, aaneensluitend geheel binnen de scoop waarin wordt waargenomen
- Het woord continuüm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "continuüm" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ continuüm op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be