consolidering
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·so·li·de·ring
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van consolideren met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | consolidering | consolideringen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de consolidering v
- (economie) het omzetten van kortlopende schulden in een lening op lange termijn
- ▸ Juncker bevestigde dat hij absoluut gekant is tegen een 'Grexit', een exit van Griekenland uit de eurozone. Wel verklaarde hij opnieuw dat de consolidering van de openbare financiën "absolute voorrang" moet hebben.[2]
- ▸ 'Er komt een tijd dat bepaalde landen het ritme van de consolidering van de openbare financiën niet meer zullen kunnen volgen en hun plichten niet meer zullen nakomen. Een of misschien twee landen zullen dus niet in de eurozone blijven', zei Fico.[3]
- (economie) fuseren van verschillende bedrijven tot een minder groot aantal bedrijven
- ▸ De overgebleven groep vliegtuigmaatschappijen krijgt steeds meer marktaandeel. Die zogeheten consolidering is relatief nieuw in Europa, zegt Pels: ,,Aan die schaalvergroting zijn Amerikaanse passagiers allang gewend.[4]
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord consolidering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Krijgt Griekenland zijn zin?” (23-08-2012), NOS
- ↑ Weblink bron “'Eurozone in huidige vorm blijft niet bestaan'” (01-10-2012), Tubantia
- ↑ Weblink bron Gerben van 't Hof“Faillissementen leiden
tot reuzen in de luchtvaart” (04-10-2017), Tubantia