clubarts

Nederlands

1. clubarts onderzoekt speler

Uitspraak

• Geluid:  clubarts    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈklʏpɑrts / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• club·arts

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  club zn  en  arts zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	clubarts	clubartsen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de clubarts m

1. medicus die zorg draagt voor de medische begeleiding van de sporters van een sportclub

   • Casper van Eijck, de clubarts van Feyenoord, vertelde hem dat hij niet meer te genezen was, maar omdat er geen uitzaaiingen waren kon Schouten nog enkele jaren leven.  
   • Hareide denkt dat Bendtner het WK nog kan halen, maar het wordt volgens hem een race tegen de klok, zo liet ook clubarts van Rosenborg weten. Hareide benadrukte dat hij alleen topfitte spelers wil meenemen naar het WK, dat op 14 juni begint. Hij kent de waarde van Bendtner voor zijn ploeg maar al te goed. "Hij kan de hele wedstrijd onzichtbaar zijn en dan toch tot scoren komen. Hij heeft kwaliteiten die in het voetbal heel belangrijk zijn. Die gaan we echt missen als hij ontbreekt in Rusland."  
   • Don de Winter is definitief vertrokken bij Ajax, laat algemeen directeur Edwin van der Sar weten. De clubarts behandelde Abdelhak Nouri vorig jaar zomer op het veld in Oostenrijk na hartfalen.  

Gangbaarheid

• Het woord clubarts staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "clubarts" herkend door:

88 %	van de Nederlanders;
83 %	van de Vlamingen.