claimrecht
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: claimrecht (hulp, bestand)
Woordafbreking
- claim·recht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | claimrecht | claimrechten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het claimrecht o
- (financieel) (economie) voorkeursrecht om iets te te mogen kopen
- ▸ Wie als beursgenoteerd bedrijf geld op wil halen stapt of naar de bank of naar de beurs door aandelen uit te geven. Een gewone aandelenuitgifte of emissie is in principe voor iedereen, een claimemissie is enkel beschikbaar voor de zittende aandeelhouders. Zij krijgen een claimrecht, een voorkeursrecht, op die nieuwe aandelen om te voorkomen dat hun belang kleiner wordt of verwatert, want er komt een pak aandelen bij.[2]
- ▸ Wie denkt dat de gemeente hier een mooi extra inkomstenpotje te pakken heeft, zit er naast. Het geld gaat naar de schoolbesturen. Die zijn juridisch eigenaar. De gemeente heeft alleen het zogenaamde economische claimrecht. Als een school sluit, dan komt het gebouw automatisch weer terug in de handen van de gemeente. Wat dat dan betekent voor bijvoorbeeld een kinderdagverblijf dat er nog zit, of een andere onderhuurder, staat in de nieuwe regeling verwoord.[3]
Gangbaarheid
- Het woord claimrecht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Wel of geen 650 miljoen euro voor verzekeraar Delta Lloyd?” (Woensdag 16 maart 2016, 11:58), NOS
- ↑ Weblink bron Hans Brok“Vierkante meter school huren in Almelo? Dat is dan 90 euro alstublieft” (08-01-2023), Tubantia