chagrijnen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  chagrijnen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• cha·grij·nen

Zelfstandig naamwoord

de chagrijnen mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord chagrijn

Werkwoord

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
chagrijnen	chagrijnde	gechagrijnd
zwak -d	volledig

chagrijnen

1. onovergankelijk chagrijnig en/of slechtgehumeurd zijn

Synoniemen

• mokken, simmen

Gangbaarheid

• Het woord chagrijnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.