cascara

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cas·ca·ra
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cascara | [1] cascara's |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (plantkunde) soort struik of kleine boom die groeit in het westen van Noord-Amerika, Frangula purshiana
- (medisch) laxeermiddel met een wat bittere smaak, gemaakt uit de schors van de cascara
Gangbaarheid
- Het woord 'cascara' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "cascara" herkend door:
31 % | van de Nederlanders; |
16 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ cascara op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
cascar |
cascara
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Plantkunde in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 31 %
- Prevalentie Vlaanderen 16 %
- Woorden in het Spaans
- Woorden in het Spaans van lengte 7
- Werkwoordsvorm in het Spaans