calqueren
Uiterlijk
- cal·que·ren
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘natrekken van tekening’ voor het eerst aangetroffen in 1604 [1]
- afgeleid van het Franse calquer (met het achtervoegsel -eren) [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
calqueren |
calqueerde |
gecalqueerd |
zwak -d | volledig |
calqueren
- overgankelijk op doorschijnend papier of linnen overtrekken
- Zij calqueerde de tekening tot in de kleinste details.
1. op doorschijnend papier of linnen overtrekken
- Het woord calqueren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "calqueren" herkend door:
31 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "calqueren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 31 %
- Prevalentie Vlaanderen 56 %