calqueerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: calqueerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- cal·queer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
calqueren |
calqueerde
- enkelvoud verleden tijd van calqueren
- Ik calqueerde.
- Jij calqueerde.
- Hij, zij, het calqueerde.
- Ik calqueerde.