calcineren
Uiterlijk
- Geluid: calcineren (hulp, bestand)
- IPA: / ˌkɑlsiˈnerə(n) / (4 lettergrepen)
- cal·ci·ne·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
calcineren |
calcineerde |
gecalcineerd |
zwak -d | volledig |
calcineren
- overgankelijk (scheikunde) blootstellen aan hoge temperaturen onder zuurstofrijke omstandigheden
- Deze kaolien wordt eerst nog gecalcineerd.
- Het woord calcineren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "calcineren" herkend door:
28 % | van de Nederlanders; |
40 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ calcineren op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Scheikunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 28 %
- Prevalentie Vlaanderen 40 %