bvba

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bvba
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bvba bvba's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bvbav

  1. (economie) (juridisch) (historisch) (België) bedrijf met aandelen die niet zomaar verhandeld kunnen worden, een rechtsvorm die van 1985 tot 2020 bestond
Schrijfwijzen
  • BVBA (officiële spelling tot 2006)
Synoniemen
  • pvba (voor 1985)
  • bv (vanaf 2020)

Gangbaarheid

15 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be