busongeval
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: busongeval (hulp, bestand)
- IPA: /ˈbʏsɔŋɣəˌvɑl/
Woordafbreking
- bus·on·ge·val
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bus zn en ongeval zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | busongeval | busongevallen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het busongeval o
- (verkeer) verkeersonɡeluk waarbij een tourinɡcar of lijnbus is betrokken
Vertalingen
1. verkeersonɡeluk waarbij een tourinɡcar of een lijnbus is betrokken
Gangbaarheid
- Het woord busongeval staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.