burgerpersoneel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bur·ger·per·so·neel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord burgerpersoneel
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het burgerpersoneelo

  1. (militair) mensen die bij het leger werken maar geen militair zijn
     De banen verdwijnen zowel onder militairen als onder burgerpersoneel, waarmee ook nog oude tekorten moeten worden weggewerkt. Het volgend jaar gaat het al om 200 miljoen euro.[2]
     Op dit moment werken er 900 mensen voor het Cybercommando. In de komende jaren moeten dat er 4900 worden, aldus de anonieme bron. Het gaat zowel om burgerpersoneel als militair personeel.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 19 januari 2023 Weblink bron “Tienduizend banen weg bij Defensie” (Donderdag 18 november 2010, 19:27), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 19 januari 2023 Weblink bron “Gigantische update cyberdefensie Pentagon” (Maandag 28 januari 2013, 12:39), NOS