buig om
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- buig om
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ombuigen |
buig (…) om
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ombuigen
- Ik buig om.
- gebiedende wijs van ombuigen
- Buig om!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ombuigen
- Buig je om?
Gangbaarheid
- Het woord buig om staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.