bruggenbouw

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

bruggenbouw
Uitspraak
Woordafbreking
  • brug·gen·bouw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bruggenbouw
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bruggenbouwm

  1. (bouwkunde) het construeren van een verbinding over een diepte
     Met natuurlijk dit verschil dat het toen niet nodig was om de stammen boven open vuur te houden als je ze samen moest voegen. Omdat daar geen bruggenbouw mogelijk was geweest in de wintertijd.[2]
     Video:Nachtelijke bruggenbouw over N18 bij Eibergen: Het is de eerste van een aantal tijdelijke bruggen in het kader van de aanleg van de N18: een bouwbrug over de oude N18 in de buurtschap Hupsel tussen Eibergen en Groenlo. In de nacht van woensdag op donderdag werd het brugdek gelegd.[3]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044628142
  3. Bronlink geraadpleegd op 25 juli 2022 Weblink bron
    Peter Zandee
    “Nachtelijke bruggenbouw over N18 bij Eibergen” (06-10-2016), Tubantia