brokkenpiloot
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- brok·ken·pi·loot
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van brok en piloot met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brokkenpiloot | brokkenpiloten |
verkleinwoord | brokkenpilootje | brokkenpilootjes |
Zelfstandig naamwoord
- (verkeer) bestuurder van een voertuig die onevenredig veel bij verkeersongelukken betrokken is
Gangbaarheid
- Het woord brokkenpiloot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "brokkenpiloot" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 13
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Invoegsel -en- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Verkeer in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 91 %