brillen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bril·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
brillen |
brilde |
gebrild |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
- onovergankelijk een bril dragen
- Voor de deur stond een ernstig brillende jongeman
Zelfstandig naamwoord
de brillen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord bril
Gangbaarheid
- Het woord brillen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "brillen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
brillar |
brillen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Onovergankelijk werkwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %
- Woorden in het Spaans
- Woorden in het Spaans van lengte 7
- Werkwoordsvorm in het Spaans