breit aan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- breit aan
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanbreien |
breit (…) aan
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbreien
- Jij breit aan.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbreien
- Hij breit aan.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanbreien
- Breit aan!
Gangbaarheid
- Het woord breit aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.