brachten weg
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: brachten weg (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbrɑxtə(n) ˈwɛx / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- brach·ten weg
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wegbrengen |
brachten (…) weg
- meervoud verleden tijd van wegbrengen
- Wij brachten weg.
- Jullie brachten weg.
- Zij brachten weg.
- Wij brachten weg.
Gangbaarheid
- Het woord brachten weg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.