bossneeuwhoen
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- bos·sneeuw·hoen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bos zn en sneeuwhoen zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bossneeuwhoen | bossneeuwhoenderen bossneeuwhoenders |
verkleinwoord | bossneeuwhoentje | bossneeuwhoentjes |
Zelfstandig naamwoord
het bossneeuwhoen o
- (hoendervogels) Canachites canadensis een ruigpoothoen uit het monotypische geslacht Canachites
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'bossneeuwhoen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.