bossanova

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bos·sa·no·va
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Portugees, in de betekenis van ‘Zuid-Amerikaanse dans’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1984 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord bossanova bossanova's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de bossanovam

  1. (muziek) (dans) Zuid-Amerikaanse dans en muziekstijl
Vertalingen

Gangbaarheid

69 % van de Nederlanders;
61 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen