bosorchis
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- bos·or·chis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bos zn en orchis zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bosorchis | bosorchissen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (bloemplanten) Dactylorhiza fuchsii een plant uit de orchideeënfamilie (Orchidaceae ). De plant komt voor op droge of vochtige, grazige plaatsen en in lichte bossen. De hoogte is 15-50 cm
Hyperoniemen
- handekenskruid, orchideeënfamilie, zaadplanten, eenzaadlobbigen, bedektzadigen, landplanten, planten
Gangbaarheid
- Het woord 'bosorchis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.