booslim
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- boos·lim
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boos bn en moslim zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | booslim | booslims |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de booslim m
- (informeel) (pejoratief) (religie) een boze moslim
Gangbaarheid
- Het woord booslim staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.