boordroeien

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boord·roei·en
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boordroeien
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het boordroeieno

  1. (sport) vorm van roeien waarbij iedere roeier één riem hanteert
     Haar transfer dit seizoen van de vier zonder, het kwartet waarmee ze vorig jaar olympisch zilver won, naar de prestigieuze skiff is er bovendien een die zijn vruchten afwerpt. De overgang van het boordroeien naar de eenmansboot met twee riemen had niet voorspoediger kunnen verlopen.[1]
     De Muda's roeiden de afgelopen 3 jaar in de lichte vier-zonder met Roeland Lievens en Tim Heijbrock. Het kwartet eindigde bij Londen 2012 op de teleurstellende zesde plaats. Daarna besloten de tweelingbroers hun eigen plan te trekken voor Rio 2016. 'Het wordt scullen in plaats van boordroeien', doelde het tweetal op het roeien met twee riemen in plaats van één. 'Dat zal even wennen zijn.'[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2023 Weblink bron
    Luuk Blijboom
    “Het geheim van skiffeuse Florijn: om negen uur naar bed en ruim 70 bananen per week” (Donderdag 11 augustus 2022, 12:26), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2023 Weblink bron “Muda's willen samen naar Rio 2016” (08-11-2012), Tubantia